Onze schooldag bestaat uit vijf basisactiviteiten.
Gesprek
Tijdens kringgesprekken leren de kinderen zich sociaal gedragen, hun mening geven, duidelijk formuleren, luisteren, wachten op hun beurt en omgaan met kritiek.
Gesprekken vinden meestal plaats in de kring. Daarin is iedereen gelijk. Tijdens deze kringgesprekken leren de kinderen zich sociaal te gedragen, hun mening te geven, duidelijk te formuleren, te luisteren, te wachten op hun beurt en om te gaan met kritiek. Hierdoor ontwikkelen de kinderen een positief zelfbeeld, staan ze kritisch tegenover verstrekte informatie en kunnen ze voordeel halen uit de inbreng van anderen.
Er zijn verschillende soorten kringen, met elk een ander doel:
- Vertelkring: kinderen kunnen vrij vertellen
- Leeskring: een kind vertelt over een boek
- Nieuwskring: een kind vertelt iets over een nieuwsbericht dat hij of zij zelf heeft uitgekozen
- Spreekbeurtkring: een kind bereidt een onderwerp voor en presenteert dit in de groep
- Mediakring: kinderen praten of discussiëren over een onderwerp uit het nieuws, de krant of een tijdschrift
- Sociale kring: sociale gebeurtenissen in de klas, bijvoorbeeld worden samen besproken en samen gezocht naar mogelijke oplossingen
Werk
We leren de leerlingen zelf hun werk in te plannen. Ze werken dus zelfstandig, in hun eigen tempo en zijn verantwoordelijk voor hun eigen werk.
Het werk wordt gedaan in het blokuur. Dit is het moment dat de kinderen in de klas met de vakken als rekenen, taal, lezen en schrijven, bezig zijn. In de onderbouw zijn de kinderen bezig met bouwen, puzzelen, fantasiemateriaal, creatief materiaal, constructiemateriaal en dergelijke. De kinderen hebben al deze vaardigheden en technieken nodig om zich in de wereld te kunnen oriënteren en om hun talenten te ontwikkelen.
Elke dag kunnen de kinderen in de groep instructie krijgen over de taken waar ze aan gaan werken. Voor de lessen in kennisvakken, zoals rekenen, spelling, begrijpend lezen e.d., worden de leerlingen opgesplitst in groepen van hetzelfde niveau. Als ze vervolgens zelf met het geleerde aan de slag gaan, doen ze dat tijdens het blokuur.
We leren de leerlingen zelf hun werk in te plannen. Ze werken dus zelfstandig, in hun eigen tempo en zijn verantwoordelijk voor hun eigen werk. Kinderen plannen naar eigen inzicht hun dag- en weektaken. Het plannen begint al in de onderbouw bij de jongste kinderen van de school, van kleine taakjes naar verschillende werkjes. In de middenbouw plannen de kinderen hun taken voor de hele dag, terwijl de kinderen uit de bovenbouw werken met dag- en weektaken. Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs hebben de leerlingen veel baat bij hun zelfstandigheid en ervaring met het plannen van hun werk.
Wereldoriëntatie
Tijdens wereldoriëntatie zijn de leerlingen ontdekkend en onderzoekend bezig. Vaak doen ze dit in de vorm van projecten.
Tijdens wereldoriëntatie zijn de leerlingen ontdekkend en onderzoekend bezig. Vaak doen ze dit in de vorm van projecten, waarbij de volgende thema’s centraal staan:
- Seizoenen en jaarlijkse feesten
- Maken en gebruiken: werk, consumptie en duurzaamheid
- Mijn leven: het eigen ik, het mens-zijn, ‘grote mensen’
- Techniek: constructies, machines en werktuigen, omgaan met techniek
- Samen leven: erbij horen, leefbaar samen en samen één wereld
- Omgeving en landschap: de woonomgeving van mens en dier, de ruimtelijke omgeving en de aarde als woonplaats
- Communicatie: met de ander en in de natuur
Bij wereldoriëntatie is er ook aandacht voor ‘tijd en ruimte’, waarbij onder andere geschiedenis en topografie aan de orde komen. Bij het werken aan projecten sluiten we zo veel mogelijk aan bij het ‘ervaringsgericht onderwijs’. Er wordt hierbij vooral gekeken naar wat de kinderen motiveert en prikkelt om door te gaan en verder te zoeken. Wij vinden het belangrijk dat ze daarbij met elkaar leren, van elkaar leren en kennis doorgeven aan elkaar. Zo stimuleren we de kinderen om alleen of samen iets te onderzoeken, dit met elkaar te bespreken en oplossingen te bedenken. Veel projecten worden afgesloten met een presentatie en/of een tentoonstelling.
Spel
Spel gebruiken de leerlingen bijvoorbeeld om aan anderen te laten zien wat hen bezighoudt.
Spel is een uitstekende leersituatie. Spel gebruiken de leerlingen bijvoorbeeld om aan anderen te laten zien wat hen bezighoudt. Dat kan door toneelspelen, zingen, dansen en het geven van een presentatie. Het spel spreekt de creativiteit van de kinderen aan en brengt ze letterlijk in beweging. Ook de gymlessen maken onderdeel uit van de basisactiviteit spel.
Viering
Vieringen zijn belangrijk op onze school. Daarnaast zijn er de weeksluitingen waarin kinderen met hun klas of op eigen initiatief optreden.
En natuurlijk ook de verjaardagen van de kinderen.
Daarnaast zijn er de weeksluitingen. Hiermee sluiten we vaak met alle kinderen van de school de week af. Meestal verzorgen de kinderen uit een combinatiegroep optredens tijdens de weeksluiting. Deze optredens bestaan uit dans, toneel, muziek, gedichten en dergelijke. Regelmatig hebben we speciale vrije weeksluitingen. Dan kan iedereen die dat wil zich aanmelden. Leerlingen kunnen dan met kinderen uit alle groepen samenwerken. De kinderen vinden het erg leuk als ouders en andere familieleden komen kijken naar deze weeksluitingen.
In vieringen komt niet alleen dolle pret voor, maar ook ademloze stilte. Samen beleven, inleven, elkaar troosten, meeleven bij verdriet vormen ook bijzondere momenten in de groep.